Vroeg afkalven, het kan!

In de melkveehouderij wordt vaak een afkalfleeftijd van 24 maanden aanbevolen. Recente resultaten tonen aan dat het zelfs mogelijk is om na 21 maanden te kalven. Maar waarom? En vooral, hoe kunnen we dit bereiken? In dit bericht lees je de antwoorden.

Waarom proberen om de leeftijd bij afkalven te verlagen?
De arbeidstijd bij de opfok van kalveren en vaarzen staat ongeveer gelijk aan 15% van de totale arbeid in de melkveehouderij volgens CAS DAR ORGUE. Bij vroeger afkalven zou je dus tijd winnen die je kan besteden aan de verzorging van de andere dieren. Daarnaast heeft het zoeken naar een lagere kalverleeftijd van vaarzen (doel: 24 maanden) nog twee andere belangrijke redenen:

  • Het beperkt de onproductieve periode van het melkvee. Zo zal een vaars die jong kalft, gemiddeld een productievere carrière hebben.
  • Voor het milieu draagt dit bij aan het verkleinen van de ecologische voetafdruk van de melkproductie door de emissies per kg geproduceerde melk te beperken. Opnieuw door het aantal niet-productieve dieren te beperken.

Uit een compilatie van de experimentele gegevens van het bedrijf Trinottières (Chambre d'agriculture Pays de Loire) blijkt, met significant verschil, dat het vroeg afkalven op 24 maanden ongeveer 10% meer melk oplevert dan afkalven op 33 maanden. Dit komt neer op +2,1 kg meer melk per levensdag!

 

Levensproductie (kg)Onproductieve dagenProductieve dagenMelk/levensdag (kg)
Vroeg afkalven - 24 maanden (n=50)26 898752114014,2
Laat afkalven - 33 maanden (n=82)24 431987103712,1
Verschil+ 2467-235+103+2,1


Succesvolle jongveeopfok

Voor een succesvolle groei van de vaars zijn drie fasen essentieel: van 0 tot 6 maanden, van 6 maanden tot leeftijd inseminatie en van inseminatie tot afkalven. Afhankelijk van de doelstelling treden er verschillen op na een leeftijd van 6 maand van het dier of de groep.

velage_precoce_grafiek.png
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Vooral de eerst fase is bepalend. Elke vertraging tussen 0-6maanden kan je later niet meer goedmaken! Het is uiterst belangrijk om een aangepast plan voor de melkgift op te maken, rekening houdend met deze vier aandachtspunten:
  • Pas het gedoseerde volume aan, in functie van het vetgehalte in de volle melk.
  • Zorg voor een juiste drinktemperatuur.
  • Geef zodra mogelijk droog voer (hooi, krachtvoer).
  • Zorg voor helder drinkwater.

Spenen kan wanneer het dier 2 kg geschikt krachtvoer consumeert.

Verstrekken van ruwvoer en krachtvoer en/of toegang tot de weide zal zorgen voor een gemiddelde dagelijkse groei van 700 tot 1.000 g/dag in de groeifase rekening houdende met de door de melkveehouder bepaalde gewenste leeftijd bij afkalven. Er bestaan veel aanbevelingen om deze groei te bereiken.

Is afkalven na 21 maanden mogelijk?
INRA volgde drie jaar lang 217 vaarzen op. Onderzoek toonde aan dat afkalven op 21 maanden mogelijk is bij het Prim’Holstein-ras. Drie voedingsniveaus (controle, verrijkt rantsoen van 0 tot 6 maanden, verrijkt rantsoen van 0 tot 12 maanden) werden getest. Nadien werden de groepen volgens leeftijd bij eerste inseminatie bestudeerd (12,5 maanden / 14,0 maanden / 15,5 maanden).
 
kalf2.jpgEen rantsoen verrijkt met 1,0 UFL / kg DS en 103 g PDIE / kg DS maakt het mogelijk om de groei van vaarzen in de fase van 6 tot 12 maanden te bevorderen (groene curves in de figuur). Er werd echter bij het afkalven geen verschil in levend gewicht gevonden bij verschillende rantsoenen. Vaarzen die een rijker rantsoen kregen, werden gemiddeld eerder geïnsemineerd van zodra het streefgewicht voor de eerste inseminatie werd bereikt. Het is die groep met de jongste afkalfleeftijd op 21,9 maanden die de laagste melkproductie bij de eerste lactatie heeft, de gehaltes vet en eiwit zijn gelijkaardig. Dit is te verklaren door de groeibehoeften die voor deze dieren hoog blijven.
 
Een hoge dagelijkse groeiwinst gedurende de fase 6 tot 12 maanden (roze curve in de figuur) maakte het mogelijk om een groep vaarzen vroeg ,gemiddeld op 12,5 maanden, te insemineren. Deze dieren hadden vervolgens een lactatieniveau dat vergelijkbaar was met de andere groepen, behalve voor rauwe melk (-400 kg op de lactatie)
 
 
Groene curve:  
  • SD1: controlevoeder
  • ID1 : verrijkt voeder in de fase 0-6 maanden
  • ID2 : verrijkt voeder in de fase 0-12 maanden

Roze curve:

  • AFS12.5: inseminatie op 12,5 maanden (groep vaarzen met de beste groei en met een bereikt gewicht voor inseminatie)
  • AFS14.0: inseminatie op 14,0 maanden
  • AFS15.5: inseminatie op 15,5 maanden
velage_precoce_grafiek2.png

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Tot slot is het belangrijk om op te merken dat het onderzoek bij afkalven op 24 of zelfs 21 maanden, de voortplanting van Prim'Holstein vaarzen niet slechter maakte, noch bij het begin van de puberteit, noch bij de vruchtbaarheidscyclus, of bij de vruchtbaarheid in het algemeen.

Samengevat, als melkveehouder moet je:
  • bijzondere aandacht besteden aan de fase van 0-6 maanden;
  • zorgen voor een goede voederinname in functie van een goede dagelijkse groeiwinst tijdens de groeifase;
  • insemineren vanaf 380-400kg levend gewicht;
  • dieren uit de kudde oud genoeg laten worden om de hoeveelheid geproduceerde liter melk per levensdag te verhogen.
Daarom mikken we op een streefgewicht van 200 kg na 6 maand , 380 - 400 kg bij eerste inseminatie en afkalven op iets meer dan 600 kg!
 

Voor meer info / Plus d’infos
Benoît Rouille (Idèle)

Publicatiedatum / Date de publication 11/12/2019
TOP