Soja volledig vervangen door koolzaad mét behoud van productie

Een alternatief vinden voor soja is één van de prioriteiten binnen het project PROTECOW. Een mogelijke oplossing is sojaschroot vervangen door koolzaadschroot. Maar kan je soja volledig vervangen en toch de productie behouden?  Dit hebben we getest bij Paul en Henri Beuselinck, Vlaamse melkveehouders van onze grensoverschrijdende club.

Soja versus koolzaad: het belang van aminozuren
Paul en Henri Beuselinck hebben in het verleden sojaschroot vervangen door koolzaadschroot. Echter, deze verandering had een negatieve impact op de productie. Daarom kregen de PROTECOW-experts de vraag of die invloed kon gelinkt worden aan de aminozuursamenstelling van de voeders. ILVO vergeleek de gehaltes aan darmverteerbare lysine en methionine of de hoeveelheid lysine en methionine die beschikbaar is voor de koe in een sojarantsoen en in een rantsoen op basis van koolzaadschroot (klassiek en bestendig). Hieruit bleek inderdaad dat een rantsoen op basis van koolzaad 8,3 g / kg DS minder lysine bevat. De experts hebben een proef opgesteld waarbij dit tekort gecorrigeerd werd met darmverteerbaar lysine (Ajipro-L, Ajinomoto).


Praktisch: hoeveel koolzaad en lysine heb je nodig?
De proef verliep in 3 periodes van 21 dagen:

  1. controleperiode met sojarantsoen
  2. behandelingsperiode met koolzaad en darmverteerbaar lysine
  3. controleperiode met sojarantsoen

Het controlerantsoen bestond uit graskuil, maïskuil, stro, perspulp, draf, mineralen, gerst, maïsmeel, sojaschroot en bestendige soja. In totaal werd 2,4 kg sojaschroot (bestendig en onbestendig) vervangen door 1,2 kg koolzaadschroot en 1,8 kg bestendige koolzaadschroot. Het proefrantsoen werd gesupplementeerd met 45 g darmverteerbaar lysine, wat overeenkomt met 105% van de behoefte (11,1 g/kg DS op rantsoenniveau). Om gelijkwaardige DVE, OEB en energieniveaus als in het sojarantsoen te verkrijgen, was toevoeging van voederureum en opdrijven van de maïsmeel/gerst mengeling noodzakelijk. Extra energetisch krachtvoeder speelt een rol voor de benutting van darmverteerbaar lysine. Het darmverteerbaar lysine werd samen met de koolzaadschroten en mineralen in een premix voorgemengd en dan onder ruwvoeder verstrekt.


Positieve resultaten
Tijdens de behandelingsperiode steeg de melkproductie significant met 0,8 kg tot een gemiddelde productie van 31,7 kg en met een significante stijging van eiwitproductie met 25 g/d. Er werd geen significante invloed op de vetproductie opgemerkt. In totaal produceerden de koeien 2,29 kg/d vet en eiwit tijdens de behandeling, ten opzichte van 2,26 kg/d tijdens de controle. Het ureumgehalte was significant lager tijdens de behandelingsperiode, namelijk 17,7 mg/100g ten opzichte van 21,3 mg/100g.

Er kon geen verschil in voederopname vastgesteld worden tussen beide rantsoenen (22,8 kg SD voor koolzaadrantsoen en 22,9 kg DS voor sojarantsoen). De verandering van rantsoen had geen effect op de voerefficiëntie. De hogere productie tijdens de behandelingsperiode leidde tot een hogere uitbetaling met 11 cent/koe. Dit buffert echter niet de hogere kost van het behandelingsrantsoen, dat 32 cent/koe duurder is dan het controlerantsoen.

Conclusie
Volledige vervanging van soja door koolzaad én behoud van melkproductie is mogelijk. Dit kan mits toevoeging van darmverteerbaar lysine, ureum en opdrijven van energetisch krachtvoeder om een gelijkwaardig rantsoen op te stellen. Een belangrijk punt bij deze proef is dat de aanbreng voor lysine 105 % van de behoefte was. De hogere productie in dit experiment kan te wijten zijn aan koolzaadschroot, aan lysine of aan een combinatie van beide. In de toekomst zou het dus interessant zijn om een proef op te zetten met als controle een rantsoen met koolzaad (zonder lysine toevoeging).

“De proef heeft ons aangenaam verrast, we hadden niet gedacht dat de resultaten even goed zouden zijn als met soja”, getuigen Paul en Henri Beuselinck.

Ondanks de lagere prijs van koolzaad, heb je meer kg nodig voor het behoud van productie. Daarnaast is darmverteerbaar lysine een duur product, waardoor de toepassing in de praktijk jammer genoeg niet rendabel is. Voor de veehouder kan het echter wel voordeliger zijn om soja slechts gedeeltelijk te vervangen door koolzaad.

Koeien lijken stikstof beter te benutten bij het rantsoen op basis van koolzaad en darmverteerbaar lysine aangezien het ureumgehalte significant lager is. Deze informatie doet vermoeden dat dit rantsoen ook kan leiden tot lagere ammoniakemissies. Aanvullend op deze proef worden de ammoniakemissies berekend worden door een simulatie in een klimaattool. Dit initiatief binnen PROTECOW vormt al zeker een inspiratiebron voor toekomstige proeven.
 
 
Voor meer info / Plus d’infos
Eddy Decaesteker -E: eddy.decaesteker@inagro.be
Maryline Lamérand (ILVO)
Leen Vandaele (ILVO)

Publicatiedatum / Date de publication 6/07/2020
TOP