De technische en economische resultaten van de PROTECOW melkveehouders na vier jaar begeleiding

De 18 melkveehouders uit de PROTECOW-club kwamen de afgelopen vier jaar regelmatig samen. Onder begeleiding van melkvee-adviseurs wisselden ze hun ervaringen uit en vergeleken ze hun technische en economische resultaten. We zien een zeer positieve evolutie en de regionale verschillen werden steeds kleiner. De samenstelling van rantsoenen werd aangepast, de ruwvoederefficiëntie steeg en het krachtvoedergebruik daalde. Ook de melkgehaltes stegen.

Om de melkveehouders onderling te vergelijken gebruikten we de Marge Brute berekeningsmethode van ACE. Die tool houdt rekening met zowel de inkomsten als de kosten van de melkveehouder. Dus enerzijds met de verkoop van melk en vlees (van kalveren en reforme koeien) en anderzijds met de voederkosten en variakosten zoals de dierenarts, hygiënemaatregelen….

Stijging van de economische- en ruwvoederefficiëntie
De economische analyses van de zes Vlaamse, zes Waalse en zes Franse melkveebedrijven waren vaak het gespreksonderwerp. Een economische analyses kon op twee manieren benaderd worden:

  • De economische efficiëntie uitgedrukt in marge brute/ 1000 L. Het te produceren volume is een beperkende factor in Frankrijk. Franse melkveehouders kunnen niet zomaar meer gaan produceren.
  • De ruwvoederefficiëntie uitgedrukt in marge brute/ha. De beperkte beschikbare oppervlakte is een beperkende factor in België.

De regionale verschillen werden kleiner. Vooral tussen Franse en Vlaamse melkveehouders. Dit komt omdat ze al drie jaar voor de start van PROTECOW samenwerkten. Over drie à vier jaar zullen de resultaten van de Waalse melkveehouders waarschijnlijk dichter bij de Franse en Vlaamse cijfers liggen.

graph_evolution_économique.png


We zien een enorme verbetering in de marge brute cijfers. Er werden twee belangrijke zaken aangepakt:

  • Dankzij het gebruik van goede voordroogkuil verkregen we melk met hogere gehaltes in Frankrijk.
  • Het krachtvoederverbruik is gedaald in België dankzij de toepassing van goede praktijken uit Frankrijk.
Elk verschil in de marge brute gaf aanleiding tot workshops om bepaalde thema’s dieper uit te spitten. Voornamelijk graslandbeheer en de optimalisatie van het bijvoederen met krachtvoer

graph_evolution_économique2.png

 
 

De cijfers spreken voor zich!
Iedereen is positief geëvolueerd. Het verkleinen van de verschillen in de marge brute tussen de 25% beste en de 25% slechtste resultaten bleef een belangrijk werkpunt. Die verschillen zullen in de toekomst zeker nog verder dalen. De melkveehouders hebben tijd nodig.

  • Tijd om te durven.
  • Tijd om ruwvoeders van goede kwaliteit te oogsten.
  • Tijd om eigen ruwvoeders te vertrouwen en een plan op te stellen voor aanvulling met krachtvoeder volgens de kwaliteit van de ruwvoeders.

graph_evolution_technique.png

 

Gelijkenissen en verschillen in rantsoenen
Voor PROTECOW bestond het rantsoen in Frankrijk voornamelijk uit maïs. Heel snel zijn andere ruwvoeders ingevoerd in Frankrijk.

De taartdiagrammen zijn een voorstelling van een gemiddeld rantsoen in Frankrijk (link) en in Vlaanderen (rechts), gebaseerd op gegevens van 2018. Als in 2020 dezelfde vergelijking zouden maken, dan is de kans groot dat de regionale verschillen veel kleiner zijn.
 
graph_rations.png

 
 

Daling van het krachtvoedergebruik
75% van de totale kosten zijn voederkosten. 75% van de voederkosten is voor krachtvoeders. Dit is dus een belangrijk werkpunt!

Één bedrijf in Vlaanderen moest een uitzondering maken. In 2019 was de maïs van mindere kwaliteit was in 2019, daarom moest de melkveehouder die periode meer krachtvoeder gebruiken dan gewenst. Het dalende krachtvoederverbruik in Wallonië en Frankrijk is opvallend.
30g/L of 30 ton krachtvoeder per jaar voor een gemiddelde productie per bedrijf komt overeen met een besparing van € 10 000 / bedrijf / jaar!

graph_concentrés.png

Voor meer info / Plus d’infos
Eddy Decaesteker -E: eddy.decaesteker@inagro.be

Publicatiedatum / Date de publication 21/12/2020
TOP