Het programma was zeer intensief: een uitwisseling over het fundamenteel onderzoek aan de Universiteit van Gent, een uitwisseling over het toegepast onderzoek bij ILVO in Merelbeke en een bedrijfsbezoek aan het melkveebedrijf van Daniël Vandevondel. De tweedaagse werd afgesloten met een gezamenlijke presentatie van het PROTECOW project door de projectpartners Eddy Decaesteker van Inagro, Leen Vandaele van ILVO, Lise Boulet van CRA-W, Benoît Rouillé van IdèleE en van Benoît Verriele van ACE.
Vetzuren ten dienste van de voeding
Op de faculteit bio ingenieurswetenschappen aan UGent voert men onderzoek naar de vetzuursamenstelling van de melk of in de pens, om te gebruiken als biomerkers van sommige metabole stoornissen. Deze zeer interessante presentatie liet toe om de link met twee belangrijke metabole stoornissen in de melkveehouderij beter te begrijpen: pensverzuring en de negatieve energiebalans. In Frankrijk gaat men gelijkaardig tewerk, maar is er soms een andere invalshoek of worden er andere methodes gebruikt. Op het niveau van de analyses van vetzuren die moeilijk routineus te meten zijn, lijkt chromtografie een mogelijkheid te bieden.
Foto: uitwisselingen met prof Veerle Fievez van de Universiteit van Gent
Apprendre des recherches chez ILVO
ILVO heeft een moderne onderzoeksstal die zeer goed uitgerust is. Om de theorie aan de praktijk te toetsen worden hier proeven uitgevoerd die relevant zijn voor de reguliere mekveehouders, ook degene met een minder moderne infrastructuur.
Leen Vandaele gaf toelichting bij enkele enkele actuele onderzoeksthema’s zoals het meten van methaanuitstoot bij de melkkoe. Nadien mocht de groep veevoederspecialisten mee voor een rondleiding in de melkveestal. Daarnaast konden ze gebouwen bezoeken die aangepast zijn aan de warmere periodes, de kwaliteit van de ruwvoeders en vooral aan de Belgische graskuilen.
Twee studies werden in detail voorgesteld door onderzoeker Johan Deboever:
- het inkuilen van voederbieten
- de waarde en het type zetmeel (bestendigheid) volgens de maïsrassen, het oogstadium en de tijd dat de maïs in de kuil zit.
Deze uitwisselingen lieten toe om verschillende - voor de Franse voederexperts nog ongekende -technieken te ontdekken. Enkele voorbeelden zijn het inkuilen van voederbieten of het onderzoek op zetmeel vanuit een ander oogpunt bekijken.
Fotto: bezoek aan de onderzoeksstal van ILVO
Belgische rantsoenen ontdekken bij een lokale melkveehouder
Er zijn meerdere toepassingen die verschillen met deze in Frankrijk. Het rantsoen dat op het dit melkveebedrijf werd verstrekt:
- 3.5 kg DS van vers gras uit de weide
- 4.9 kg DS van graskuil met 970 VEM
- 7.12 kg DS maïs van 38% DS en 950 VEM
- 0.2 kg stro
- 0.9 kg DS van draf
- 2.2 kg DS pulp
- 1.65 kg soja
Alle voederexperts waren aangenaam verrast over de kwaliteit van de graskuil. Via de uitwisseling bij de melkveehouder kon men de cultuur van de graslanduitbating in België beter begrijpen: van het veld tot aan het voerhek.
Vetgehalte en eiwitgehalte in mei 2018
- 44.3 36.3
Meestal is het in verschillende regio’s in Frankrijk moeilijk om de gehaltes voldoende hoog te houden, vooral in de zomer. Op dit melkveebedrijf lieten deze handelingen het toe om hoge gehaltes te verkrijgen in mei 2018.
Tot slot hebben de PROTECOW-projectpartners een presentatie gegeven van de lopende projectactiviteiten. Nadien was er tijd om vragen te beantwoorden. De groep nutritionisten is alvast geïnteresseerd in de toekomstige resultaten van dit project!
Foto: presentatie van het project PROTECOW door Eddy Decaesteker van Inagro
Contact: Benoît Verriele - b.verriele@a-cel.fr en Eddy Decaesteker - eddy.decaesteker@inagro.be