De regelmaat van de uitstekende voederkwaliteit bij de melkveehouder is opmerkelijk. “De ruwvoeders worden twaalf keer per jaar geanalyseerd en nog nooit had Jean-Paul slechte cijfers”, vertellen de adviseurs Eddy Decaesteker van Inagro en Benoît Verrielle van Avenir Conseil Elevage.
Kwaliteit primeert boven kwantiteit
Om de voederkost van € 100 niet te overschrijden worden de ruwvoedervoorraden twee à drie keer per jaar opgevolgd. De voorraden worden dan vergeleken met de opgenomen hoeveelheden om bruuske veranderingen in de verhouding van het rantsoen te vermijden. Het geoogste ruwvoeder moet van uitstekende kwaliteit zijn. Als je ruwvoeders hebt van uitstekende kwaliteit moet je je als melkveehouder afvragen wat de werkelijke nood is aan krachtvoer. De uitbating van grasland is enorm belangrijk voor het verkrijgen van excellente ruwvoerders.
In de zomer worden de koeien tweemaal per dag gevoederd zodat het voer niet warm wordt. Melkveehouder Jean-Paul geeft een gevarieerd rantsoen dat samengesteld is uit kuilmaïs, kuilgras, soja- en koolzaadschroot en bijproducten.
Hij kiest de maaidatum van zijn gras in functie van het weer. Niet de maximale opbrengst kuilvoer telt, wel het optimale stadium van het gras. Het wordt gemaaid in het twee knopenstadium. Je maait beter te vroeg dan te laat om geen kwaliteit te verliezen. Elke kuil ruwvoer wordt geanalyseerd. De melkveehouder vindt ook een precieze samenstelling van het rantsoen belangrijk.
Koeien verwennen als koninginnen
Meerdere kleine ingrepen maken het verschil. De voergang aan het voederhek is kraaknet, de opgewarmde voederresten worden systematisch weggehaald en de voergang wordt dagelijks schoongemaakt… “Ik behandel mijn koeien als koninginnen”, vertelt Jean-Paul Fiers. Ze worden verwend en ze kunnen naar believen eten wat ze lusten. Het voeder wordt twee keer per dag uitgedeeld. De koeien krijgen nooit slecht voeder, ze krijgen enkel het beste.